22 Juli 2016 | autheurs: J.F. Henseler, MD en M. van Dijk, PT

Ik heb schouder pijn...

De schouder is het meest complexe gewricht van het menselijk lichaam. Wij bieden primair niet-chirurgische behandelingen voor mensen met pijn en bewegingsverlies in de schouder als gevolg van (overbelastings)letsels, artrose, rotator cuff en schouder labrum scheuren, en andere degeneratieve aandoeningen.

  1. Anatomie en fysiologie van de schouder
  2. Over schouderklachten
  3. Ontwikkeling schouder­klachten
  4. Diagnoses

Geregeld komt voor dat schouder­klachten met behulp van alleen fysio­therapie niet over­gaan. Dit kan te maken hebben met een on­juiste diagnose van uw schouder­klachten. Door onvol­doende kennis en ervaring met de diagnostiek en behandeling van schouder­klachten kan herstel uitblijven.

Anatomie en fysiologie van de schouder

De schouder is het meest complexe ge­wricht van het mense­lijk lichaam. De schouder bestaat uit de volgende bot­delen: borst­been, sleutel­been, schouder­blad en opperarm­been. Deze botdelen vormen samen de bewegings­keten van de schouder: de schouder­gordel.

De schouder is hierdoor het meest mobiele gewricht van het mense­lijk lichaam. Echter, door deze grote mobili­teit is de stabili­teit van het schouder­gewricht verminderd.

Figuur 1: De schouder­gordel

De schouder bestaat uit de volgende botdelen: borstbeen, sleutelbeen, schouderblad en opperarmbeen. Deze botdelen vormen samen de bewegingsketen van de schouder: de schoudergordel

(A) Voor-aanzicht van de schouder: de schouder wordt van het lichaam af­gesteund door het sleutel­been (clavicula) en vormt via het borst­been (sternum) de enige benige ver­binding met de rest van het skelet. Het schouder­blad (scapula) heeft een complexe vorm en beweegt mee met alle schouder bewegingen en vormt tevens de kom van het schouder­gewricht (glenoid) zelf. Het schouder­gewricht zelf beweegt tussen het glenoid en de kop van de boven­arm (humerus).

De schouder­kop van de bovenarm (humerus) beweegt in een platte kom van het schouder­blad (scapula) onder het schouder­dak (acromion) door. De platte schouder­kom (glenoid) wordt iets verdiept door ring­vormig kraak­been (labrum). Een gewrichts­kapsel omgeeft deze schouderkop en kom. Hier­omheen liggen een viertal spieren die de schouder­kop continu in de kom trekken, waardoor deze spieren zorgen voor de nood­zakelijke stabiliteit in de schouder. Deze spieren worden gezamen­lijk de rotator cuff genoemd. Een tweede belang­rijke functie van de rotator cuff spieren is het draai­en van de schouder.

Figuur 2: Spieren rond de schouder

De grote spieren rond de schouder die de arm heffen zijn oa de m. biceps en m. deltoideus. De rotator cuff aan de voorzijde bestaat uit de m. subscapularis en aan de bovenzijde uit de m. suprapspinatius.

(A) Voor-aanzicht van de spieren rond de schouder: De grote spieren rond de schouder die de arm heffen zijn o.a. de grote arm spier (m. biceps) en deltaspier (m. deltoideus). De rotator cuff aan de voor­zijde bestaat uit de onderschoudblad­spier (m. subscapularis) en aan de bovenzijde uit de bovendoorn­spier (m. suprapspinatius). De rotator cuff als geheel stabiliseert het schouder­gewricht, de m. suprapspinatus helpt met het heffen van de arm en de m. subscapularis helpt met het naar binnen draaien van de schouder.

De rotator cuff aan de bovenzijde bestaat uit de m. suprapspinatius en aan de achterzijde uit de m. infrapspinatius en m. teres minor.

(B) Achter-aanzicht van de spieren rond de schouder: De rotator cuff aan de boven­zijde bestaat uit de bovendoorn­spier (m. suprapspinatius) en aan de achterzijde uit de onderdoorn­spier (m. infrapspinatius) en kleine ronde arm­spier (m. teres minor). De m. infraspinatus ligt als een waaier gedeeltelijk over de m. teres minor. Deze twee spieren draaien de arm en schouder naar buiten. De grote ronde arm­spier (m. teres major) steekt door naar de voorzijde van de humerus.

Bovengenoemde weke delen dragen bij aan de stabiliteit en functie van de schouder. Bovenarm en schouder­blad zijn via het sleutel­been (clavicula) verbonden met het borst­been (sternum). De schouder­gordel beweegt gezamen­lijk vanuit vier verschillende gewrichten:

Het GH-gewricht is het gewricht tussen glenoid en humerus. Dit gewricht heeft in drie dimenties (3-D) bewegings­vrijheid, waardoor de schouder niet alleen naar voren, op­zij en naar achteren kan bewegen maar ook kan draaien (rotatie).

Het AC-gewricht is het ge­wricht tussen acromion en clavicula. Dit gewricht zit boven­op het schouder­blad, aan de rand van het acromion, door dit gewricht kan de schouder naar voren en achteren bewogen worden. Bij bewegingen boven schouder niveau ofwel boven­handse bewegingen komt op dit gewricht extra druk te staan.

Het SC-gewricht is het gewricht tussen het sternum en clavicula. De schouder wordt van het lichaam af­gesteund door het sleutel­been (clavicula) en vormt via het borstbeen (sternum) de enige benige ver­binding met de rest van het skelet. Het sleutelbeen ondersteunt zo de schouder tijdens bewegen, waardoor de schouder niet naar binnen en voren kan kantelen.

Het ST-glijvlak is het glij­vlak van de scapula over de ribben­kast (thorax). Nek, rug en borst spieren verbinden de schouder­gordel met de romp en houden het schouder­blad op zijn plaats. Dit geeft het schouder­blad noodzakelijke stabiliteit. 'Glijden' van het schouder­blad over de borstkas in samen­werking met het GH-gewricht geeft de shouder ongeëvenaarde mobiliteit.

Deze benige en weke delen vormen samen de bewegings­keten van de schouder en laten de schouder­gordel optimaal funcitoneren. De schouder­gordel is middels een groot aantal nek, rug en borst spieren ver­bonden met de romp.

Over schouderklachten

Schouder­klachten komen erg veel voor. Schouder­klachten beginnen meestal op relatief jonge leef­tijd, tussen de 40 en 55 jaar oud, en nemen toe met de leeftijd. Kenmerkend voor schouder­klachten zijn pijn en ver­lies van beweeg­lijkheid in de schouder en bovenarm.

Er kunnen meerdere oorzaken zijn voor schouder­klachten, de voor ortho­pedie & fysio­therapie helpt u graag verder.

Figuur 3: schouderklachten nemen toe met de leeftijd

Schouderklachten nemen toe met de leeftijd.

De incidentie van schouder­klachten nemen sterk toe met de leef­tijd van de patiënt. Legenda: op de y-as incidentie schouder­klachten (procent, %) en op de x-as leeftijd (jaar, y).

De incidentie van schouder­klachten in Nederland is 24 episodes per 1000 patiënten per jaar. De jaar­lijkse prevalentie van schouder­klachten in de algemene bevolking wordt geschat op 31%. Dit betekent dat een huis­arts gemiddeld vier personen met schouder­klachten per week ziet op zijn of haar spreek­uur.

Er zijn verschillende soorten schouder­klachten. Denk onder andere aan schouder­pijn, schouder impingement (weke delen inklemming onder het schouder­dak), rotator cuff ruptuur (pees of spier scheur in een stabiliserende schouder­spier).

Maar denk ook aan frozen shoulder (samenkleven van het gewrichts kapsel), schouder artrose (slijtage of ver­oudering in het schouder­gewricht) of schouder instabiliteit (schouder die gedeeltelijk of geheel uit de kom is). Ook zijn er een aantal bij­zondere reumatische en neuro­logische aandoeningen rond de schouder, waar­onder het syndroom van Parsonage-Turner.

Ruim 50% van de mensen met schouder­klachten zoekt medische hulp. Schouder­klachten die op hun beloop worden gelaten hebben echter vaak een relatief on­gunstig verloop. De helft van de patiënten die medische hulp zoeken zijn klachten­vrij binnen een half jaar. Maar terugval is zeker aan­wezig, 40% van de klachten­vrije patiënten hebben weer klachten binnen 1 jaar!

Ontwikkeling schouder­klachten

De meeste schouder­klachten ontwikkelen zich lang­zaam en duren een lange tijd voort. Wanneer schouder­klachten langer aanhouden dan zes weken tot zes maanden worden schouder­klachten chronisch genoemd. Schouder­klachten kunnen echter meerdere oor­zaken hebben. Deze oorzaken hangen samen met de diagnose van schouder­klachten. Lees hieronder meer over de 4 meest gestelde vragen over schouderklachten.

Schouder­klachten komen erg veel voor. Schouder­klachten zijn de op één na grootste oorzaak voor bewegings­gerelateerde klachten en werk gerelateerd verzuim waarvoor hulp wordt gezocht. De incidentie van schouder­klachten in Nederland is 24 episodes per 1000 patiënten per jaar. De jaarlijkse pre­valentie van schouder­klachten in de algemene bevolking word geschat op 31%.

Schouder­klachten zijn na rugklachten de grootste oorzaak van bewegings­gerelateerde klachten waar in Nederland hulp voor wordt gezocht. Bij 80% van de dage­lijkse activiteiten gebruiken wij onze schouders.

Bij 80% van de dagelijkse activiteiten gebruiken wij onze schouders!

Kenmerkend voor schouder­klachten zijn pijn, krachts­verlies in de arm en verlies van beweeglijk­heid en functie. Schouder­klachten kunnen meerdere oor­zaken hebben.

Raadpleeg uw arts wanneer u heftige pijn, een bewegings­beperking of kliks in uw schouder ervaart. Een arts zal helpen om de pijn beweeg­lijkheid van uw schouder te beoordelen en de oorzaak van uw klachten te achterhalen.

De meeste mensen die schouder­klachten krijgen zijn relatief jong, tussen de 40 en 55 jaar oud, werken en nemen actief deel in de maat­schappij. U kent waarschijn­lijk wel mensen die nu last van hun schouder hebben of dit ooit hebben gehad.

De helft van alle mensen met schouder­klachten zoekt medische hulp. Schouder­klachten zonder medische interventie hebben echter vaak een relatief on­gunstig verloop. De helft van patiënten die medische hulp krijgt is binnen een half jaar klachten­vrij. Maar terugval is zeker aan­wezig, 40% van de klachtenvrije patiënten hebben weer klachten binnen 1 jaar! Dit komt omdat de meeste behandelingen zich alleen richten op het be­strijden van de pijn en zich niet richten op het verbeteren van de schouder­functie tijdens dage­lijkse activiteiten of sport.

De voor ortho­pedie & fysio­therapie bouwt samen met u aan volledig herstel, ook om terug­val te voorkomen.

Nieuwsgierig? Bekijk ons behandelconcept!

Behandeling

Diagnoses

Er zijn verschillende oorzaken van schouder­klachten, deze aan­doeningen worden aangeduidt als diagnose. Dit is de medische term van uw ziekte. Wij hebben de schouder aan­doeningen in een aantal groepen onder ge­bracht. De meest voor­komende oorzaken zijn SAPS of het schouder impinge­ment (weke delen in­klemming onder het schouder­dak), rotator cuff ruptuur (pees of spier scheur in een stabi­liserende schouder spier). Maar denk ook aan frozen shoulder (samen­kleven van het gewrichts­kapsel), schouder artrose (slijtage of ver­oudering in het schouder­gewricht) of schouder instabi­liteit (schouder die gedeelte­lijk of geheel uit de kom is). Ook zijn er een aantal bijzondere reumatische en neuro­logische aandoeningen rond de schouder.

SUBACROMIAAL PIJNSYNDROOM (SAPS)

Het subacromiaal pijnsyndroom (SAPS) is de meest voor­komende diagnose bij schouder­klachten. SAPS wordt vast­gesteld bij 40% tot 60% van de patiënten met schouder­klachten. Het subacromiaal pijnsyndroom is echter een verzamel­diagnose voor verschillende aan­doeningen van de schouder, zoals onder andere:

  • Verstoring van het bewegings­patroon van het schouder­blad wordt scapula dyskinesie genoemd. Hoewel niet direct ge­relateerd aan schouder­klachten, wordt scapula dyskinesie bij 68-100% van de mensen met schouder­klachten gevonden. Deze schouder­klachten zijn allemaal gerelateerd aan ver­anderingen in het gleno­humerale gewricht, de sub­acromiale ruimte, spier­activiteit van de schouder­gordel en spier­functie.

  • Bij impingement is er sprake van weke delen in­klemming door de kleiner wordende ruimte tussen de kop van de boven­arm en schouder­dak. Deze subacromiale ruimte kan op een aantal manieren ver­kleinen. Door ver­lies van spiercoördinatie kan de kop van de boven­arm richting het schouder­dak bewegen. Hierdoor vindt trans­latie in het GH-gewricht plaats en neemt de subacromiale ruimte af.

    Pijn treedt met name op bij het heffen van de arm, waarbij de subacromiale ruimte af­neemt. Dit kan ver­ergerd worden door zwelling van pezen en slijmbeurs ge­legen in de subacromiale ruimte. Dit leidt tot een neer­waartse spiraal van meer ontstekings­reactie met meer zwelling en pijn.

  • Slijmbeursontsteking (bursitis) kan ontstaan door irri­tatie van het slijm­beurs weefsel bij impinge­ment, ofwel in­klemming, tussen de kop van de boven­arm en schouder­dak.

    In het begin­stadium is er sprake van een acute slijmbeurs­ontsteking. In chronische gevallen raken slijm­beurs en de onder­liggende pezen blijvend ont­stoken.

  • Peesontsteking (tendinitis) van de rotator cuff kan ont­staan bij irritatie van het pees­weefsel door subacromiale impingement. Ook bij atleten en sporters bij boven­handse activiteiten (zwemmers schouder, werpers schouder of tennis schouder) kan tendinitis van de rotator cuff ontstaan. Hierbij is sprake van posterieure of internal impinge­ment, wat vaak gepaard gaat met ander letsel aan de achter­zijde van de schouder.

    Bij iritatie van de lange kop van de biceps­pees glijdt deze niet goed door de pees­schede, wat kan leiden tot biceps­pees tendinitis. Er is plaatse­lijke pijn aan de voor­zijde van de schouder en over de pees­schede. Er is pijn bij heffen van de arm en pijn bij tillen. De oor­zaak is vaak onbekend.

  • Tendinitis calcarea is ver­kalken van pees en spier­weefsel onder het schouder­dak. De directe oorzaak is on­bekend, echter irritatie en ontsteking van pees en spier­weefsel gaat vaak vooraf aan tendinitis calcarea. Deze ver­kalkingen, indien klein, hoeven geen schouder­klachten te geven.

De klachten van deze aan­doeningen lijken initieel erg op elkaar, waardoor deze aan­doeningen samen worden gevat onder de term SAPS.

Echter een frozen shoulder komt meer voor na een schouder­operatie, trauma, andere schouder­aandoening, zoals bijvoorbeeld na subacromiaal pijn­syndroom, en bij of na immobilisatie van de schouder.

Pijn­klachten staan op de voor­grond, welke verergeren bij bewegen. Vaak straalt de pijn uit naar de nek, de boven­arm, de elle­boog of de hand en zijn er tintelingen in de hand voel­baar.

Wilt u meer weten over SAPS en de behandeling bij de Ortho­pedie | Fysio­therapie?

PEESSCHEUR
(CUFF RUPTUUR)

Een cuff ruptuur is een scheur in één of meer­dere van de pezen van de vier rotator cuff spieren. Deze spieren liggen als een manchet rondom het schouder­gewricht en zorgen voor stabiliteit en draai­beweging van de schouder.

De aanwezige klachten lijken op die van SAPS, waarbij pijn gecombineerd met bewegings­beperking boven schouder­niveau op de voor­grond staan.

Wilt u meer weten over cuff ruptuur en de behandeling bij de Ortho­pedie | Fysio­therapie?

STIJVE SCHOUDER (FROZEN SHOULDER)

Er is sprake van een frozen shoulder indien het gewrichts­kapsel verstijfd en verkort is. Vooraf­gaande aan de toename in stijf­heid zijn er vaak heftige pijn­klachten. Een frozen shoulder kan op­treden zonder aan­wijsbare oorzaak.

Echter een frozen shoulder komt meer voor na een schouder­operatie, trauma, andere schouder­aandoening, zoals bijvoorbeeld na subacromiaal pijn­syndroom, en bij of na immobilisatie van de schouder.

Wilt u meer weten over frozen shoulder en de behandeling bij de Ortho­pedie | Fysio­therapie?

SCHOUDERSLIJTAGE (ARTROSE)

Het kraakbeen van het schouder­gewricht kan worden aan­getast door slijtage (externe invloed) en ver­oudering (interne invloed). Verlies van kraak­been kan diepe schouder­pijn en bewegings­beperking veroorzaken, vaak kraakt het gewricht.

Kraakbeen­verlies is ken­merkend voor artrose in de schouder (Omartrose). Kraak­been­verlies tussen het acromion en clavicula kan ook voorkomen (AC-artose).

Wilt u meer weten over schouder­slijtage en de behandeling bij de Ortho­pedie | Fysio­therapie?

SCHOUDER INSTABILITEIT

Abnormale mobiliteit in het schouder­gewricht leidt tot instabiliteits­klachten. De kop van de boven­arm kan hierdoor in het schouder­gewricht vrijer bewegen ten opzichte van het glenoid, en gedeelte­lijk uit de kom (subluxatie) gaan. In het ergste geval kan de schouder geheel uit de kom (luxatie).

Schouder­instabiliteit kan ontstaan door trauma waarbij het bot en/of het gewrichts­kapsel is beschadigd. Een andere oorzaak is dat het gewricht zelf hyperlax is (multi-directionele insta­biliteit). Door deze klachten kan angst bestaan dat de schouder uit de kom gaat.

Wilt u meer weten over schouder­instabiliteit en de behandeling bij de Ortho­pedie | Fysio­therapie?

TRAUMA

De schouder en de arm zijn zeer kwets­baar en raken vaak betrokken bij ongevallen thuis, op het werk en in het verkeer. Revalidatie van deze letsels vraagt maximale aan­dacht om beweeg functie zoveel mogelijk te behouden.

Voorbeelden van letsels zijn: sport­letsels, ver­stuiking van de schouder, luxatie van het SC-gewricht en AC-gewricht, breuk van het sleutel­been en de bovenarm.

Wilt u meer weten over trauma's van de schouder en de behandeling bij de Ortho­pedie | Fysio­therapie?

Neurologie schouder

Neurologische aan­doeningen van de schouder komen niet vaak voor, maar zijn wel potentieel invaliderend. Bij het syndroom van Parsonage-Turner kan een ver­mindering van spiermassa (amyotrofie) en zenuwpijn (neuralgie) optreden.

SYNDROOM VAN PARSONAGE-TURNER

Bij het syndroom van Parsonage-Turner is er vermindering van spier­massa (amyotrofie) en kan zenuw­pijn (neuralgie) optreden. De eerste klachten zijn vaak een plotseling op­komende, hevige pijn. Spier­zwakte en verlies van spier­weefsel (atrofie) in de schouder en bovenarm kan ont­staan als gevolg van zenuw­ontsteking. Dit leidt tot kracht­verlies en een verstoord bewegings­patroon. Binnen enkele maand­en treedt er beginnend herstel op en vaak is er na 2 tot 3 jaar acceptabel herstel.

Wilt u meer weten over neurologische aan­doeningen van de schouder en de behandeling bij de Ortho­pedie | Fysio­therapie?

Reumatologie schouder

Verschillende schouder­klachten kunnen een reuma­tologische oorzaak hebben. Dit gaat vaak gepaard met andere symptomen, waarbij schouder­klachten niet altijd op de voor­grond staan.

Wilt u meer weten over reuma­tische aandoeningen van de schouder en de behandeling bij de Ortho­pedie | Fysio­therapie?

Deze webpagina geeft u meer informatie over de aandoening en de behandelmogelijkheden. Deze pagina is niet bedoeld ter vervanging, maar ter aanvulling op onze medische zorg. Deze webpagina is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Desondanks kan geen enkel recht worden ontleend aan de inhoud hiervan. De maja clinic aanvaardt geen aansprakelijkheid voor onjuistheden. Wijzigingen en aanvullingen kunnen op elk moment en zonder voorafgaande aankondiging worden aangebracht.

Orthopedie en fysiotherapie: zorg voor beweging

Een fysiotherapeut en orthopeed of orthopedisch chirurg houdt zich binnen de geneeskunde bezig met de behandeling van patiënten die problemen hebben met hun bewegingsapparaat. Daaronder vallen alle beenderen, gewrichten en spieren met pezen. Een behandeling leidt in de regel tot pijnvermindering en verbetering van de functie van bijvoorbeeld schouder, knie, heup of rug. Het uiteindelijke doel van orthopedie en fysiotherapie is dat u meer bewegingsvrijheid krijgt.